Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [64]En: [65]Zij hadden [66]geen dorst, [toen] [67]Hij hen leidde door de woeste plaatsen; [68]Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de wateren daarhenen. 64. Te weten zegt ook. 65. Te weten de Joden, die uit Babel naar Judea door de woestijn trekken zouden. 66. De Heere heeft eertijds zijn volk met allerlei nooddruft verzorgd, toen Hij hen door de woestijn naar het land Kanaan voerde. Alzo belooft hier de Heere dat Hij zijn volk ook verzorgen zou, als Hij het uit Babel naar het Joodse land wederom brengen zou en voorts zijne kerk geestelijk verlossen en zaligmaken; zie boven hfdst.43 vs.19,20. 67. Te weten de Heere. 68. Zie Ex.17:6; Num.20:11; Ps.105:41.